Van Steenis gebouw – Universiteit Leiden
- Markt
- Onderwijs
- Periode
- 2015, 2016
- Soort project
- Renovatie en herinrichting
- Opdrachtgever
- Vastgoedbedrijf Universiteit Leiden
- Architect
- Veldman Rietbroek Smit
- Opdracht
- Ontwerp, bestek, gunningsadvies en uitvoeringsbegeleiding
- Bouwomvang
- Herinrichting 16.500 m²
- Installaties
- Elektrotechnische en werktuigkundige installaties
- Datum adviesopdracht
- 1e fase december 2013 en
2e fase juli 2015 - Oplevering van het werk
- 1e fase januari 2015 en
2e fase september 2016 - Foto's afkomstig van
- Galjema B.V. (in eigen beheer)
Omschrijving van het project
Het Van Steenis gebouw was in het verleden in gebruik als depotgebouw voor het Leidse Herbarium. De faculteit Archeologie was toentertijd gevestigd in het Reuven gebouw in het centrum van Leiden. Doordat de omvang van de faculteit drastisch was toegenomen, is er gezocht aar een andere meer geschikte locatie. Aan Galjema is verzocht om samen met Architectenbureau Veldman Rietbroek Smit een ontwerp te maken voor de huisvesting van de faculteit Archeologie in het Van Steenis gebouw.
In de 1e fase was voor het ontwerp uitgegaan van de benodigde capaciteit voor de faculteit Archeologie en een 4-tal algemene collegezalen. Naar aanleiding van door het ontwerpteam verstrekte informatie en een aantal presentaties hebben de gebruikers de gelegenheid gehad om de bouwkundige en technische plannen te beoordelen. Dit leidde tot een aantal planwijzigingen, waaronder de integratie van innovatieve audio-video voorzieningen en het aanvullend realiseren van een practicum-laboratorium ten behoeve van de faculteit Biologie.
Tijdens de uitvoering van de 1e fase is door de Universiteit bepaald dat er nog een aantal collegezalen bij moesten komen. Dit is binnen het project gerealiseerd. Door de ligging van het gebouw in een buitenwijk van Leiden is er besloten om de in het oorspronkelijke plan de voorziene “koude keuken” te vervangen door een “volwaardige catering-keuken, inclusief spoelkeuken“. Deze laatste uitbreiding heeft met name grote invloed gehad op de werktuigkundige installaties.
Het gebouw is geschikt gemaakt voor de hiervoor genoemde wijzigingen en zowel voor de elektrotechnische als de werktuigkundige installaties flink uitgebreid en aangepast. Als onderdeel van de elektrotechnische installaties zijn de brandmeldinstallatie, de ontruimingsalarminstallatie, de inbraakalarminstallatie, de toegangscontrole-installatie en de CCTV-installatie geheel vernieuwd. Het elektrotechnisch netwerk is uitgebreid met een extra hoofdverdeler en meer onder-verdelers. Voor de verlichting is veelal gebruik gemaakt van een automatisch schakelsysteem en LED lichtbronnen. Het gebouw is verder voorzien van een bekabeld datanetwerk en Wi-Fi-dekking voor 100% gelijktijdig gebruik door alle aanwezigen. Voor de ventilatie van de onderwijsruimten is uitgegaan van een gebalanceerd ventilatiesysteem met warmteterugwinning door middel van regeneratieve warmtewielen. De ventilatiecapaciteiten van het luchtbehandelingssysteem zijn gebaseerd op klasse A van het PvE Frisse scholen, waarbij de ventilatiecapaciteit per ruimte wordt geregeld op basis van CO2-concentratie en ruimtetemperatuur (’s-zomers).
In de 2e fase zijn de voormalige depotruimte geschikt gemaakt voor 2.500m² boekenopslag van de Bibliotheek van de Universiteit. Voor de beheersing van temperatuur en vochtigheid zijn aanvullende installaties op het dak opgesteld. De benodigde warmte en koude wordt geleverd door 2 warmtepompen die gelijktijdig warmte en koude kunnen leveren. Op de begane grond is een filmhuis van 60m² gerealiseerd en een deel is omgebouwd tot kantoor voor de medewerkers van de boekenopslag. De kantoren zijn voorzien van koeling door middel van ventilatieconvectoren.
Werkzaamheden Galjema B.V.
De werkzaamheden van Galjema bestonden uit het volledig opnieuw ontwerpen van de elektrotechnische en werktuigkundige installaties voor het nieuwe gebruik van het pand. De nieuwe installaties sluiten naadloos aan op de bestaande te handhaven en deels gerenoveerde installaties. Hierbij is vanzelfsprekend rekening gehouden met de wensen van de Universiteit en de gebruikers. Het ontwerp van de installaties is in een aantal presentaties toegelicht waarbij uitvoerig is ingegaan op het hoe en waarom van bepaalde keuzen.
Alles is gedaan om binnen de budgetten een duurzaam en esthetisch verantwoord ontwerp te creëren. Het laatste door de architect te adviseren over de mogelijkheden en randvoorwaarden van de installatietechnische oplossingen en door mee te denken over bouwkundige aanpassingen.
Communicatie met de andere leden van het ontwerpteam is op bijzonder prettige wijze verlopen wat heeft geresulteerd in een zeer tevreden opdrachtgever en gebruiker hetgeen moge blijken uit bijgaande tevredenheidsverklaring van de Universiteit Leiden.